Het water staat hoog, de rivier kabbelt tegen de dijk. Vrouwtje Jas zet haar motorfiets neer. Ze heeft vreemd gespartel in het water gezien. Nieuwsgierig zoeken haar ogen die plek. Een vechtende vis komt half boven water; een gigantische garnaal eet hem op. Vrouwtje Jas heeft nog nooit zoiets gezien, ze kijkt verbijsterd toe. Een voorbijganger schudt een plastic tasje leeg. Vrouwtje Jas wijst hem het wonderlijke schouwspel, maar hij reageert niet. De inhoud van het plastic tasje drijft aan de oppervlakte: broodkorsten en vijf eendenkuikens.
Schattig!
“Wat een schattige kuikentjes!”, roept Vrouwtje Jas, en ziet nog net dat de schatjes door de garnaal verslonden worden. Een penetrante geur dringt haar neus binnen. Benzine. Ze snelt naar de motorfiets en schrikt wakker. Wat een rare droom.
De benzinegeur blijft in de slaapkamer hangen. Zelfs nu ze wakker is. Half slaperig probeert Vrouwtje Jas te tellen hoe vaak ze haar handen gewassen heeft nadat ze die ochtend de tank van de auto vulde. Heel vaak, dus dat kan het niet zijn. Buiten hoort ze weer gerommel. Alsof de buurman de garage aan het opruimen is, zo klinkt het. Ze is nu klaarwakker. De wekker geeft 03.33 uur aan. Ze staat op, begroet de hond en zet een kopje thee. Ze ruikt de benzine nog steeds en besluit te googlen: “Geur ruiken in droom“. Dat blijkt te kunnen. Wel raar dat de geur niet weg is nu ze wakker is.
Op het balkon
Weer dat lawaai buiten. Vrouwtje Jas trekt een vest aan en loopt het balkon op. Lieve hemel! Op het balkonnetje even verderop hangt een man over de reling! Dikke oranje handschoenen aan, hij hangt erbij alsof hij misselijk is. Misschien tegen het flauwvallen aan. De vieze geur overheerst alles. Er komen rookpluimen uit de keuken. Zou de man met de oranje handschoenen van de brandweer zijn? Er staat nergens een brandweerwagen. Zou het een inbreker zijn? Vrouwtje Jas twijfelt: erop afstappen of niet? Wat nu als het inderdaad een inbreker is?
Politie
De angst wint en ze besluit de politie te bellen. Een bandje geeft aan dat er kosten verbonden zijn aan deze telefonische melding. Daar vindt Vrouwtje Jas wat van, maar haar gedachten wimpelen dat weg. Ze krijgt de meldkamer aan de lijn en vertelt beknopt wat ze gezien heeft. Even schiet het door haar heen dat ze haar misschien een verwarde vrouw vinden. Nou ja, dat ziet ze dan wel weer.
Vijf minuten later stopt een politieauto bij het appartementencomplex. En nog één. En nog één. Zes politieagenten proberen op het balkon te kijken. Vrouwtje Jas reikt ze een huishoudtrapje aan. Op het balkon staan drie barbecues te roken. De deur naar de keuken staat open. De politie belt aan. Ze mogen binnen komen van Pieter. Hij is zich van geen kwaad bewust. Hij vertelt de politie dat hij de barbecue even uit wilde proberen. De politie dooft de vuurtjes.
Oud en verward
De politie overlegt wat te doen. Pieter is duidelijk verward, maar er dreigt geen acuut gevaar meer. Pieter heeft beloofd dat hij gaat slapen.
Vrouwtje Jas gaat ook naar bed. De slaap wil niet meer komen. Ze denkt aan die arme Pieter. Zevenentachtig jaar oud, alleen, in de war. Hoe zal dit verder gaan? Wat kun je als buurtgenoot doen? Gaat iemand zich om Pieter bekommeren?
Lees ook: Sociale Controle