Dirk spitst zijn oren. Stopt er een auto voor het huis? Echt? Zijn hart maakt een stram sprongetje. Hij komt overeind en legt zijn voorhoofd tegen het raam. Hij ziet niets, het was waarschijnlijk niets.
Lang geleden had hij nachtmerries en was hij blij als hij wakker was. Tegenwoordig is het andersom. Als hij droomt, staat zij ineens op de stoep. Hij holt dan naar buiten en slaat zijn armen om haar heen. Vergeven en vergeten. Ze huilen van geluk. Van die tranen wordt hij wakker; dan is ze weg. Hij moet de dag maar weer door zien te komen…
Dirk moet opstaan
Hij zakt terug in de stoel, diep in gedachten. Hij verbeeldt zich dat de bel gaat. De poes loopt naar de deur. Ze wil eruit. Met een zucht duwt hij zich uit de stoel en sjokt naar de voordeur.
Daar klopt iets niet. Poes staat niet bij de deur maar draalt. Ze durft niet. Dirk denkt een schim te zien, achter het glas-in-lood-raampje, dat gedeeltelijk dichtgeplakt is met karton. Hij kijkt goed en constateert dat het buiten anders is dan anders. Voorzichtig doet hij het luikje open.
Daar staat ze! Daar staat ze!
Ach nee, ze staat er niet. Ze lijkt er niet op… maar er staat wel iemand. Van ongeveer dezelfde leeftijd. Hij weet zeker dat zìj het niet is, maar wie is het dan? En wat komt ze doen?
Hoe is ze hier terecht gekomen?
“Wat moet dat hier?”, zegt Dirk. Zijn stem is schraperig en stroef als een verroest tandwiel. Hij schrikt er zelf van. De vrouw ook. Ze deinst achteruit. Een klein stukje, maar het is hem niet ontgaan. Ze slikt, aarzelt en lijkt naar woorden te zoeken. Ze heeft geen kwaad in de zin, dat is hem duidelijk. Zo staan ze daar, tegenover elkaar, met de deur ertussen. Hij bekijkt haar; zij kan hem niet zien. Ineens begint ze te praten. Ze is dochter van Aaltje. Ach Aaltje! Zijn Aaltje…. De prinses met de lach en de ondeugende snoet. Aaltje met de bolle rode wangen. Deze vrouw heeft dezelfde grote blauwe ogen! Ze knikt als Dirk dat zegt. Hij ziet dat ze er bijna van moet huilen. Ach, arm kind. Hoe is ze hier terecht gekomen?
“Wat doe je hier?” Hij ziet dat ze schrikt van de vraag. Dat spijt hem. Dirk is niet zo’n prater. Nooit geweest. Nu hij niemand meer heeft, mist hij het praten allerminst. Hij praat tegen zichzelf en zegt nooit iets dat hem niet bevalt. Toch had hij nu iets aardiger willen zijn. Binnenin is hij dat ook wel, maar het komt er anders uit. Dat berouwt hem. Maar de vrouw, de dochter van Aaltje, herstelt zich snel. Precies Aaltje.
Aaltje is dood
De dochter vertelt dat Aaltje kort geleden gestorven is. Vlak voor haar dood had ze zijn naam genoemd en zijn adres aangewezen in een adresboekje. Het was het adres van zijn ouderlijk huis in Jirnsum. Dat was het enige adres dat Aaltje van hem kende. Ze was er nooit geweest, natuurlijk niet! Maar hij had zijn adres wel altijd op de enveloppen gezet. Blijkbaar heeft ze het al die jaren bewaard. Merkwaardig…
Het begint te regenen. Hij overweegt om de dochter van Aaltje te vragen om binnen te komen. Hij wil haar niet in de regen laten staan. Maar hij is er niet op gekleed om bezoek te ontvangen. En het huis is niet aan kant. Hij kijkt naar zijn voeten en ziet zijn lievelingssloffen, kaal aan de tenen. De pyjamabroek, hoog boven de enkels. Zijn wollen vest erboven is warm, maar geen gezicht. Nee, hij kan haar niet binnenlaten, de dochter van Aaltje. Maar hij kan haar toch ook niet in de regen laten staan?
Gelukkig, ze gaat onder het afdakje staan. Droog. En dichterbij. Hij kan haar beter zien nu. Ach, wat lijkt ze toch op Aaltje. Niet alleen haar ogen, ook die afgeronde schouders en die blik. Brutaal en toch verlegen. Zou ze net zo mooi kunnen schaatsen als Aaltje? Hij weet alles nog van Aaltje. Ze verdween uit zijn leven zoals ze verschenen was: schaatsend.
Gevallen en gevangen
Oh, wat kon ze mooi schaatsen! Ze zwierde en zwaaide over het ijs. Alle jongens keken. Zij werd overmoedig en sprong in de lucht terwijl ze draaide. Dat kon niet goed gaan. Gelukkig was hij rap: hij ving haar op. Onverwacht lag ze in zijn armen. Ze lachte dankbaar. De jongens keken jaloers toe. De hele winter hebben ze samen geschaatst. Maar toen de dooi inviel zagen ze elkaar niet meer. Hij heeft haar vaak geschreven, maar Aaltje schreef niet terug. Ruim twee jaar heeft hij gewacht, toen is hij met zijn buurmeisje getrouwd en naar Holland verhuisd, waar hij een betrekking kreeg. Maar hij is Aaltje nooit vergeten.
En nu staat haar dochter voor zijn deur. Het regent en hij kan haar niet binnen laten. Wat moet hij nou? Zal hij haar vragen om even te wachten, zodat hij zich aan kan kleden? Nee, aankleden heeft hij lang niet gedaan. Hij zal kleren op moeten zoeken, zich moeten wassen, scheren… dat duurt allemaal veel te lang. Zal hij haar vragen om terug te komen? En dan? Wat dan? Hij kijkt naar de dochter van Aaltje en ziet dat ze een traantje weg slikt.
Ach arm kind, ik weet niet wat ik moet doen.
Poes moet echt plassen
De kat krabt aan de deur. Ze wil naar buiten. Maar als hij de deur opent, zou ze kunnen denken dat hij haar binnenlaat. Dat kan echt niet. Zou ze vermoeden hoe nieuwsgierig hij is naar Aaltje? Naar haar levensloop? Ze heeft een dochter, dus ze heeft waarschijnlijk een gezin gesticht. Met wie? Kent hij de vader van de dochter van Aaltje? Komt het door hem dat zijn brieven onbeantwoord bleven? Wat zou hij dat graag allemaal weten!
De poes krabt aan de deur en miauwt. Ze moet snel naar buiten, voordat ze in huis plast. Die vrouw moet weg! Weg bij de deur! De deur moet open! Hij maakt een kiertje, net groot genoeg voor de poes om erdoor te glippen. Hij ziet hoe ze argwanend langs de bezoeker schiet. Snel drukt hij de deur weer dicht. Door het luikje bedankt hij de dochter van Aaltje. Ze draait zich langzaam om. Met hangende schouders. Haar teleurstelling smelt samen zijn zelfverwijt. Waarom laat hij haar zo gaan? Wat kan hij doen? Hij, de man van weinig woorden…hij hapt naar lucht en zegt: “Je lijkt op haar, je hebt dezelfde ogen. Door jou zie ik dat het mooie meisje een mooie vrouw is geworden.”
Tranen stromen over zijn wangen. Dit mag ze niet zien, de dochter van Aaltje! Snel sluit Dirk het luikje, ontredderd door dit onverwachte bezoek.
Leestips:
- In “Tipje van de sluier” lees je wat zich afspeelt aan de andere kant van de deur
- In “Een traan weggepinkt” lees je hoe Dirk zijn tranen uiteindelijk droogde
Met plezier gelezen? Help de schrijver aan meer naamsbekendheid en deel het verhaal op social media. Dat gaat heel eenvoudig met de icoontjes hieronder.
Pingback: Tipje van de sluier | Vrouwtje Jas
Wat prachtig Vrouwtje Jas, om twee kanten van het verhaal te tonen!
Dank je wel Carla!
Pingback: Een traan weggepinkt | Vrouwtje Jas
Pingback: Hoop doet leven | Vrouwtje Jas