Een traan weggepinkt

Je bekijkt nu Een traan weggepinkt

(Dit is het vervolg op “Aan dovemans deur”)

Hij leunt tegen de voordeur en slikt zijn tranen weg. Zijn keel is er dik van. Zijn bloed lijkt een kolkende stroom die tegen zijn slapen beukt. Traag schuifelt hij naar de leunstoel en stort zich in zijn verdriet. Hij huilt dikke tranen en nat snot. Hij veegt het af aan zijn mouw. Huilend dommelt hij in en denkt aan Aaltje, zijn Aaltje….

Het leven gaat door

Hij heeft jaren niet aan Aaltje gedacht. Lang geleden heeft hij dat hoofdstuk gesloten en is verder gegaan met zijn leven. Dirk had niet verwacht dat hij ooit nog iets van haar zou horen. Toen hij zojuist het luikje opende, dacht hij heel even dat Aaltje voor de deur stond. Maar het was haar evenbeeld, haar dochter. Aaltje is dood. Ach, arme Aaltje.  Hoe lang hebben ze elkaar eigenlijk niet gezien? Zestig jaar? Vijfenzestig jaar? Waarom heeft ze toch nooit iets van zich laten horen? Waarom liet ze hem in de steek? Voor een ander? Voor de vader van de dochter van Aaltje? Ach, wat zou hij toch graag meer weten van Aaltje! Hoe zou haar leven verlopen zijn?

Wat kwam ze doen?

Een traantje weggepinktHij had het moeten vragen vanmorgen. Dan had hij het geweten. De dochter van Aaltje stond toch niet voor niets hier voor de deur? Waarom kwam ze? Wat wilde ze van hem?  Dirk voelt weer tranen prikken. Tranen van boosheid. Hij heeft haar laten staan. In de regen. Hij heeft niets gevraagd, niets gezegd. Haar min of meer weg gestuurd. Wat zal ze een vreemde indruk van hem gehad hebben.

Waarom heeft hij dat toch zo gedaan? Nou ja, hij was niet aangekleed. Dat is wel een goede reden. Hij loopt naar de spiegel en bekijkt zichzelf met de ogen van de dochter van Aaltje. Een oude kop met een randje wilde lange haren. Waterige rode ogen. Woeste wenkbrauwen. Niet geschoren, maar daar kan hij niets aan doen. Hij durft zich niet te scheren sinds hij die zweertjes heeft. Of heeft hij die zweertjes sinds hij zich niet meer scheert? Hij weet het niet. Maar wat hij zeker weet: zo had hij haar onmogelijk kunnen ontvangen. Hij heeft juist gehandeld. Tevreden loopt hij terug naar zijn stoel.

Dromen

Die nacht slaapt Dirk onrustig. Hij droomt van Aaltje. Hij droomt ook van Aukje, zijn overleden vrouw. En hij droomt van Nynke. Ach Nynke, hun weggelopen dochter. Hij wordt vroeg in de ochtend wakker. Hij draait zich om en denkt aan zijn dromen. Was Aukje maar hier. Of Aaltje. Onmogelijk. En stel dat het onmogelijke zou gebeuren, dan kon hij ze niet onder ogen komen. Net zoals hij de dochter van Aaltje niet onder ogen kon komen. Of zijn eigen dochter, mocht ze ooit op de stoep staan. Hij trekt aan het lichtkoord en staat op. Boven de wastafel hangt een verweerde spiegel. Zijn zielloze gedaante kijkt hem aan en schudt zijn hoofd. “Wat wil je nou, Dirk?”, lijkt de schim te zeggen.

Een traantje weggepinktTerneergeslagen sjokt hij terug naar bed en gaat liggen. De vermoeidheid overvalt hem. Hij slaapt in met gevoelens van wroeging en berouw. Hij droomt dat hij in een bos loopt en Aukje met Nynke ziet lopen. Dirk versnelt zijn pas. Hij roept, ze blijven staan en draaien zich om. Het is Aaltje! Met haar dochter! Vol afschuw kijken ze naar de gillende zwerver. Ze rennen weg terwijl ze angstig om hulp roepen.

Dirk is klaar wakker. Ze zijn verdwenen. Zelfs in zijn dromen.

Dirk is alles kwijt

Jaren geleden ontnam het leven hem de vrouwen waar hij van hield. Maar in de nacht kwamen ze hem vaak bezoeken. Dan lachten ze en maakten plezier. Alles was weer zoals het hoort. ’s Nachts was Dirk gelukkig. Hij kwam de dagen door vanwege het vooruitzicht op nieuwe dromen, dromen van samenzijn. Maar nu willen zijn vrouwen hem zelfs in de nacht niet meer zien. Ze hollen bij hem weg, hij is ze kwijt. Aukje en Aaltje aan de dood, Nynke aan zijn koppigheid. Of aan haar koppigheid. Er is niets aan zo. Hij zou wel willen ruilen met Aukje of Aaltje. Hij dood, zij levend. Vrouwen zijn beter in alleen zijn dan mannen.

Een traantje weggepinkt“Wat wil je nou, Dirk?”, klinkt de echo van vannacht in zijn hoofd.

Ik weet niet wat ik wil, maar ik dìt wil ik niet! De nachten wil ik weer bij Aukje zijn.  Ik wil weten waar mijn Nynke is. Ik wil weten waarom Aaltje uit mijn leven verdween en ik wil weten waarom de dochter van Aaltje hier ineens was. 

Een besluit

Die ochtend is Dirk lang bezig. Hij knipt zijn haar, zijn wenkbrauwen en zijn nagels. Hij scheert zorgvuldig om de pijnlijke plekken heen. Hij doucht, wast zijn haar en kleedt zich aan. De volgende dag ruimt hij de keuken op, de dag daarna loopt hij een stukje met de poes mee, de tuin in. Iedere dag pakt Dirk een stukje van het leven terug. Zijn dromen komen terug. Hij leeft niet meer in de hoop dat Nynke ooit op de stoep zal staan, maar als……….. dan kan hij haar ontvangen. Hij zal zijn excuses aanbieden, zeggen dat het hem spijt en laten weten dat hij haar mist.

Lees ook:

Met plezier gelezen? Help de schrijver aan meer naamsbekendheid en deel het verhaal op social media. Dat gaat heel eenvoudig met de icoontjes hieronder.

Vrouwtje Jas publiceert ook regelmatig in Nibblr en in Zeister Magazine

Dit bericht heeft 8 reacties

  1. Yvonne

    Prachtig geschreven weer.
    Heel beeldemd zag zijn worsteling en strijd zo voor me.

  2. Carla van Vliet

    Heeft ook iets spannends nu… 😉

  3. Sandra

    Mooi geschreven en je voelt bijna zelf de pijn van Dirk. Het is nu vrijdag en ben benieuwd hoe dit afloopt;-)

  4. Sandra

    Mooi geschreven en je voelt bijna zelf de pijn van Dirk. Het is nu vrijdag en ben benieuwd hoe dit afloopt;-)

Reageren is niet mogelijk.