De percolator

Je bekijkt nu De percolator
(Dit verhaal wordt vooraf gegaan door “Een dagje uit”)

Vrouwtje Jas staat op straat met de druipende percolator. De straat is leeg. Het is zomervakantie, de meeste buren zijn op reis. Wie niet op reis is, zit bij het water.

Warme damp slaat van het wegdek en vervormt haar zicht. Misschien ook wel haar gedachten. Vrouwtje Jas kijkt nogmaals om zich heen en voelt zich raar. Heeft ze zich het picknickende gezelschap ingebeeld? De percolator in haar hand komt haar ineens vreemd voor. Het ding is niet van haar. Ze heeft hem, tot een kwartier geleden, nooit gezien. Ze krijgt een nare smaak in haar mond. Het is de smaak van dode salmiak.

Vreemd

Vrouwtje Jas staat daar, de vochtige percolator afhangend in haar hand. Wat nu? De man, de vrouw en de jongeman lijken in het niets opgelost. Er is niemand op straat. Niemand om iets aan te vragen. Niemand om haar verwondering mee te delen. Verwarring of vervreemding zijn misschien betere woorden dan verwondering.

Vrouwtje Jas draait zich om. Door de opstijgende zinderende warmte van het asfalt heen, ziet ze beweging aan het einde van de straat. Ze knijpt haar ogen toe om beter in de verte te kunnen kijken. Zijn het ze? Nee, het is een fietser, een doodgewone fietser. Waarschijnlijk het meisje van nummer 5. De fietser verdwijnt in een oprit. De straat is weer verlaten.

Thuis

Vrouwtje Jas loopt langzaam naar huis. Gelukkig is de achterdeur open. Vrouwtje Jas stapt de keuken binnen. De witte plastic tas ligt nog op het aanrecht, het afval half erin en half ernaast.

De Percolator, een dagje uit

Vrouwtje Jas heeft een hekel aan rommel. Ze gooit de plastic tas, de gebruikte servetjes en de lege broodzakjes in de afvalemmer. Heel even aarzelt ze of ze de overgebleven koekjes aan de hond zal geven. “Weggooien is zonde” komt de 35%-sticker van Albert Heijn op haar netvlies. Kordaat opent ze de afvalemmer nogmaals en smijt de koekjes weg. Zo, alle sporen uitgewist!

Vanaf de keukentafel kijkt de koperen percolator naar Vrouwtje Jas. Vrouwtje Jas kijkt terug.  Het is het bewijs, het laatste bewijs, van de vreemde gebeurtenis. ” Weggooien is zonde”, schiet het door haar hoofd. Ze pakt het ding op en bekijkt het eens goed. Precies zo’n percolator had haar moeder in de mooie-dingen-kast staan. Ze maakt de percolator nogmaals schoon, nu zorgvuldig, en poetst hem met een droge doek na. Een mooie-dingen-kast is uit de tijd. Die heeft Vrouwtje Jas niet.

Nieuwe functie voor de percolator

Inmiddels staat de percolator al vele jaren op het schrijfbureau van Vrouwtje Jas. De percolator die koffiedik naar salmiak liet smaken, is de inspirator van Vrouwtje Jas. Het stond ineens bij haar op het aanrecht.

 

Leestip:

Vrouwtje Jas schrijft ook op de website Mooi Zeist

Dit bericht heeft 6 reacties

  1. Carien zeijpveld kooij

    Grappig verhaal , roept bij mij wel vragen op, had toch een wat langer verhaal verwacht maar beslist niet slecht
    Stof om na te denken? .

    1. Vrouwtje Jas

      Ben benieuwd naar de vragen die het oproept. En wat de lengte van het verhaal betreft: wie zegt dat het verhaal af is?

  2. Rob Alberts

    De moderne koffieapparaten vind ik niets.

    Ook ik zet mijn koffie met een percolator. Alleen heb ik geen koperen uitvoering. Wat een poetswerk zal dat geven.

    Mij smaakt mijn eigen koffie uitstekend.

    Waar zal die vreemde smaak bij jouw exemplaar van komen?

    Vriendelijke groet,

    1. Vrouwtje Jas

      Goede vraag! Is smaak net zo subjectief als andere zintuigen? Wat gezegd wordt, wordt niet altijd gehoord. Wat gevoeld wordt, heeft vaak niet met de realiteit te maken maar met de perceptie van die realiteit. Wie weet hoe dat met smaak en proeven zit???

      Groet,
      Vrouwtje Jas

Reageren is niet mogelijk.